De behandeling in 5 stappen
Bij de eenvoudige behandeling van acute ziekte kan volstaan worden met stap 1 en eventueel stap 2.
De 5 stappen behandeling wordt gegeven bij chronische processen en pijn. Gebruik voor het vinden van het pijnlijke punt een stomp potlood of nog mooier een haakpen.
Haakpennen zijn er in diverse afmetingen verkrijgbaar (bijv: hele set voor €1,95 bij de ACTIONwinkels) en lenen zich uitstekend voor diagnose en drukbehandeling
van punten op de hand en voeten.

1e stap. De behandeling van 1 punt. De eerste stap, de eenvoudigste behandeling die iedereen eenvoudig zelf kan doen. Je zoekt volgens het standaard correspondentiesysteem de plaats van het lichaam op de rechter of linkerhand waar de klacht of pijn zit. In dit gebied zoek je het pijnlijkste punt. De punten die je moet gebruiken zijn altijd pijnlijk wanneer je er op drukt. Soms is zo'n punt heel erg pijnlijk, dan zit je zeker goed.
Op dit punt plak je een zaadje. Deze behandeling leent zich voor eenvoudige klachten die niet van lange duur zijn, bij langdurige klachten moeten we verder kijken
wat er aan de hand is. Het lichaam functioneert als een eenheid en als er in die eenheid een onbalans is dan moet je soms meerdere gebieden behandelen. Soms moet je een andere plaats behandelen dan de plaats waar de pijn of klacht zit. Je kunt het zien als een wip als je voor het evenwicht de laagste kant omhoog wil krijgen dan kan je die optillen, maar je kan de andere kant ook omlaag trekken. Later gaan we kijken waar die andere plaats kan worden gevonden. Het mooie van het sujoksysteem is dat je automatisch gebruik maakt van andere correspondentiesystemen die een leek meestal niet kent. Door 1 punt te gebruiken werk je dus op verschillende systemen die ook op andere functies van het lichaam doorwerken. Met de behandeling van 1 punt komen vooral de acute klachten in aanmerking.
2e stap. Stimulatie van toegevoegde punten. Deze punten kunnen in de directe omgeving rond het basis pijnpunt op de plaats van de klacht liggen. Deze punten zijn vaak erg effectief in hun ondersteuning van het basispunt.

Soms is het nuttig oom andere punten er bij te betrekken die bijvoorbeeld vitale centra betreffen zoals het verlengde merg aan de onderzijde van de hersenen. Hier liggen belangrijk gebieden die het het hart, ademhaling en hoest beïnvloeden en kunnen worden gebruikt bij ademhalingsproblemen, droge pijnlijke hoest en onregelmatigheden van het hart.
Aandacht vragen ook de punten van de hormoonklieren. Bijvoorbeeld bij allergieën, jeukende huidontstekingen, bronchiale astma is het noodzakelijk de bijnierpunten
er bij te betrekken. De bijnierpunten kunnen ook gebruik worden in noodgevallen bij een plotseling verlaagde bloeddruk.
Bij ziektes van het hormoonsysteem kunnen de punten van de hypofyse en de hypothalamus gebruikt worden naast de corresponderende punten in het standaard systeem.
Bij chronische infecties is er sprake van de afname van de immuniteit, daarom moet in sommige gevallen de thymusklier mee betrokken worden in de behandeling.
3e stap. Daar ons lichaam als een eenheid functioneert is het logisch dat de ziekte van een orgaan de conditie van andere organen beïnvloed. Zo zijn er in de
medische taal termen als een ¨long-hart´. een ´diabetes-nier´. Daarom moet in een behandelingsplan ook bij iedere behandeling pijnlijke punten van andere organen
betrokken worden. Verder in deze cursus geef ik verbanden aan die bij sommige ziekte belangrijk kunnen zijn. Je moet dan bij die organen kijken of je daar een
pijnlijk punt vind.
4e stap. De wervelkolom is ook belangrijk bij het regelen van allerlei processen in het lichaam. Bij de behandeling van veel ziekten zal de behandeling van
pijnlijke punten langs de wervelkolom de effectiviteit van de behandeling toenemen.
5e stap. De belangrijkste controlefunctie in ons lichaam wordt door de hersenen uitgevoerd, daarom wordt bij de laatste stap naar pijnlijke punten in het gebied van
hersenen gezocht. Soms vind je verschillende punten in de gebieden van de hersenen. Je zoekt steeds met een diagnosestokje het pijnlijkste punt en dat punt ga je gebruiken. Deze stap is belangrijk bij de behandeling van chronische ziekte.
De vijf stappen behandeling gebruik je bij serieuze dieper zittende ziektes en chronische ziektes. Bij minder ernstige ziektes kunnen de eerste en tweede stap
voldoende zijn.

De verbinding tussen wervels en de organen en delen van het lichaam.

Hieronder worden een aantal verbindingen genoemd waar je naar zou moeten kijken in de corresponderende sujokgebieden in geval van klachten met de betreffende wervel of orgaan. De letter C staat voor de cervicale wervel=nekwervel. De letter T staat voor thoracale wervel=borstwervel. De letter L staat voor lumbale wervel=lende wervel. De letter S staat voor sacrale wervel = heiligbeenwervel. Het streepje tussen de nummers geeft alle wervels aan in het gebied dat invloed heeft op het orgaan of lichaamsdeel.

Bovenste deel van de nek – C2

Hals: C3-C4

Schouder: C4-C5; T1-T3

Schoudergordel:  C4-C5, T1

Oksel: C5-C7, T1-T3   

Sleutelbeen: C4

Arm: C6-C7

Onderarm: C6-C7, T1

Longen en bronchiën: C3-C4,T3-T9

Slokdarm: T3-T5    

Hart en opstijgende aorta: C3-C4 links, T1-T8    

Borst en rug tot aan middenrif: C4, T1-T8

Borsten: T4-T8  

Maag: C3-C4,  T6-T9                                                             

Alvleesklier: C3-C4, T7-T9 links  

Lever en galblaas: C3-C4, T6-T10 rechts 

Nieren en urinewegen: C4, T10-L2     

Rug onder het middenrif: T9-T12, L1-L5

Opstijgende deel van dikke darm: T9-L1                               

Blinde darm: C3-C4, T11 -T12 rechts                                    

Neerdalende deel dikke darm: C3-C4                                    

Rectum: T11-T12, L1-L2                                                        

Buikgebied: T9-T12, L1, S1             

Blaas: T11-L3, S2-S4                                                             

Eierstokken en eileiders: T10-L3

Baarmoeder: T10-L3                                                               

Testikels: T12-L3

Binnenkant van de dij: L2-L4, S2-S3

Binnenkant  onderbeen: L4, S1-S2                                        

Buitenkant  onderbeen: L4-L5, S1

Buitenkant van de dij: L2-L5, S1                                                                

Voeten: L4-L5, S1-S2

De drukgevoelige punten worden gezocht met een stokje op staafje met een ronde punt van ongeveer 2 mm. Kleine puntjes in de toppen van tenen en vingers met een ronde punt van 1 mm. Haaknaalden bijvoorbeeld die bij handwerken worden gebruikt van verschillende diktes lenen zich vaak uitstekend voor dit doel.

De eenvoudigste methode is massage van het pijnlijke punt of gebied. Hiervoor kan een stokje of een haaknaald worden gebruikt met een rond glad oppervlak van 2-3mm. Dit kan met een huoten stokje met een ronde punt gebeuren.

We drukken tot we pijn voelen en masseren het punt enkele minuten tot de pijn zakt. Zakt deze niet dan stoppen we en gaan we verder met andere punten. Eventueel kunnen we daarna weer terug komen op het pijnlijke punt en opnieuw beginnen.

We kunnen met een pleister ook een zaadje of magneetje op het pijnlijke punt plakken of een kraaltje.